service interval Peugeot 308 CC 2009 Handleiding (in Dutch)

Page 90 of 291

5
!
i
83
ZICHT
Ruitensproeiers vóór en
koplampsproeiers

 Trek de ruitenwisserschakelaar naar
u toe. De ruitensproeiers treden in
werking, waarna enige tijd de ruiten-
wissers worden ingeschakeld om de
ruit schoon te wissen.

Als de dimlichten branden , worden tege-
lijk ook de koplampsproeiers geactiveerd.
Te laag niveau ruiten-/
koplampsproeiervloeistof

Als uw auto is voorzien van kop-
lampsproeiers en het niveau van
het reservoir te laag is, verschijnt
dit pictogram en/of het pictogram
service op het instrumentenpaneel in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele display.
Vul het ruiten-/koplampsproeierreser-
voir bij of laat het bijvullen.
Het pictogram verschijnt als het contact
wordt aangezet of als de schakelaar
wordt bediend, zolang het reservoir niet
gevuld is. Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteert. De
snelheid van de ruitenwissers wordt
aangepast aan de hoeveelheid neer-
slag.
Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel

A naar de stand "AUTO" te duwen.
Dit wordt bevestigd door een melding
op het multifunctionele display.
Dek de regensensor, die zich ge-
combineerd met de lichtsensor in
het midden van de voorruit achter
de binnenspiegel bevindt, niet af.
Schakel de automatische werking
van de ruitenwissers uit als de auto
wordt gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschake-
len van de automatische ruitenwis-
sers tot de voorruit ontdooid is. Als het contact meer dan 1 minuut
afgezet is geweest, moet de auto-
matische werking van de ruitenwis-
sers opnieuw worden geactiveerd
door de hendel
A kort omlaag te
duwen.
Uitschakelen
Beweeg de hendel A omhoog en ver-
volgens in de stand "0" om de ruiten-
wissers handmatig te bedienen.
Dit wordt bevestigd door een melding
op het multifunctionele display. Storing
In het geval van een storing in de auto-
matische werking van de ruitenwissers
werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk.

Page 92 of 291

5
!
i
83
ZICHT
Ruitensproeiers vóór en
koplampsproeiers

 Trek de ruitenwisserschakelaar naar
u toe. De ruitensproeiers treden in
werking, waarna enige tijd de ruiten-
wissers worden ingeschakeld om de
ruit schoon te wissen.

Als de dimlichten branden , worden tege-
lijk ook de koplampsproeiers geactiveerd.
Te laag niveau ruiten-/
koplampsproeiervloeistof

Als uw auto is voorzien van kop-
lampsproeiers en het niveau van
het reservoir te laag is, verschijnt
dit pictogram en/of het pictogram
service op het instrumentenpaneel in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele display.
Vul het ruiten-/koplampsproeierreser-
voir bij of laat het bijvullen.
Het pictogram verschijnt als het contact
wordt aangezet of als de schakelaar
wordt bediend, zolang het reservoir niet
gevuld is. Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteert. De
snelheid van de ruitenwissers wordt
aangepast aan de hoeveelheid neer-
slag.
Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel

A naar de stand "AUTO" te duwen.
Dit wordt bevestigd door een melding
op het multifunctionele display.
Dek de regensensor, die zich ge-
combineerd met de lichtsensor in
het midden van de voorruit achter
de binnenspiegel bevindt, niet af.
Schakel de automatische werking
van de ruitenwissers uit als de auto
wordt gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschake-
len van de automatische ruitenwis-
sers tot de voorruit ontdooid is. Als het contact meer dan 1 minuut
afgezet is geweest, moet de auto-
matische werking van de ruitenwis-
sers opnieuw worden geactiveerd
door de hendel
A kort omlaag te
duwen.
Uitschakelen
Beweeg de hendel A omhoog en ver-
volgens in de stand "0" om de ruiten-
wissers handmatig te bedienen.
Dit wordt bevestigd door een melding
op het multifunctionele display. Storing
In het geval van een storing in de auto-
matische werking van de ruitenwissers
werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk.

Page 140 of 291

9
!
i
127
ONDERHOUD
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloei-
stoffen.
De meeste van deze vloeistoffen
zijn bijtend en schadelijk voor de
gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het
water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de
daarvoor bestemde containers bij
het PEUGEOT-netwerk.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aange-
geven door het verklikkerlampje service
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display.
Afgewerkte producten
CONTROLES
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven,
de bladzijden in het onderhoudsboekje
die betrekking hebben op de motoruitvoe-
ring van uw auto voor het laten controle-
ren van bepaalde onderdelen volgens het
onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk.
Accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupolen en -klemmen schoon
zijn, vooral bij warm weer en in
de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels
losneemt het hoofdstuk "Praktische in-
formatie" voor meer informatie over de
te nemen voorzorgsmaatregelen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat de fi lters periodiek ver-
vangen volgens de in het on-
derhoudsboekje aangegeven
intervallen.
Als de omgeving (veel stof...)
en het gebruik (veel stadsverkeer...)

daartoe aanleiding geven, moeten de
fi lters twee keer zo vaak worden ver-
vangen (zie paragraaf "Motoren").
Een verstopt interieurfi lter kan de pres-
taties van de airconditioning verstoren
en onaangename geuren veroorzaken. Roetfilter (diesel)
Het onderhoud van het roetfi lter moet
worden uitgevoerd door het PEUGEOT-
netwerk.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen te-
vens het oliefi lter vervangen.
Raadpleeg het onderhouds-
boekje voor het vervangings-
interval.
Als langdurig met zeer lage snel-
heid wordt gereden of de motor
langdurig stationair draait, kan bij
gasgeven soms rook uit de uitlaat
waargenomen worden. Dit heeft
geen invloed op de prestaties en
heeft geen gevolgen voor het mi-
lieu.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk.

Page 141 of 291

9
!
i
127
ONDERHOUD
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloei-
stoffen.
De meeste van deze vloeistoffen
zijn bijtend en schadelijk voor de
gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het
water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de
daarvoor bestemde containers bij
het PEUGEOT-netwerk.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aange-
geven door het verklikkerlampje service
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display.
Afgewerkte producten
CONTROLES
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven,
de bladzijden in het onderhoudsboekje
die betrekking hebben op de motoruitvoe-
ring van uw auto voor het laten controle-
ren van bepaalde onderdelen volgens het
onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk.
Accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupolen en -klemmen schoon
zijn, vooral bij warm weer en in
de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels
losneemt het hoofdstuk "Praktische in-
formatie" voor meer informatie over de
te nemen voorzorgsmaatregelen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat de fi lters periodiek ver-
vangen volgens de in het on-
derhoudsboekje aangegeven
intervallen.
Als de omgeving (veel stof...)
en het gebruik (veel stadsverkeer...)

daartoe aanleiding geven, moeten de
fi lters twee keer zo vaak worden ver-
vangen (zie paragraaf "Motoren").
Een verstopt interieurfi lter kan de pres-
taties van de airconditioning verstoren
en onaangename geuren veroorzaken. Roetfilter (diesel)
Het onderhoud van het roetfi lter moet
worden uitgevoerd door het PEUGEOT-
netwerk.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen te-
vens het oliefi lter vervangen.
Raadpleeg het onderhouds-
boekje voor het vervangings-
interval.
Als langdurig met zeer lage snel-
heid wordt gereden of de motor
langdurig stationair draait, kan bij
gasgeven soms rook uit de uitlaat
waargenomen worden. Dit heeft
geen invloed op de prestaties en
heeft geen gevolgen voor het mi-
lieu.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk.